Terug
Impressie:

2006-11-10

'Paradise lost, Paradise found'......... Zeilen in Thailand

tekst: Rick Nieman en foto’s van Sacha de Boer

Vergeet de Middellandse Zee en laat het Caribisch gebied voor wat het is. Niet Porto Cervo of St. Thomas als bestemming voor die volgende grote zeiltrip, maar... Phuket, Thailand. De eilanden van de Andaman Zee rond Phuket zijn volgens sommigen, de nieuwe upmarket zeilbestemming. De verwoestende tsunami zette de ontwikkeling van het gebied uiteraard ruw stil, maar zoals nieuwslezers Sacha de Boer en Rick Nieman ontdekten tijdens een trip met de Swan 59 Boléro, is Thailand weer helemaal terug.
Al ruim vijf jaar zeilen Ed van den Heuvel en Carla Domburg de wereld rond. Via het Panamakanaal, de Stille Zuidzee en Nieuw-Zeeland, zijn ze terecht gekomen op het Maleisische eiland Langkawi. Ze besloten voorlopig in het gebied te blijven en verzorgen nu vanaf Langkawi en Phuket zeilcharters.

Ed begon zijn werkzame leven op de grote vaart. Hij weet alles van navigeren, en mochten de zes(!) verschillende GPS-systemen aan boord niet meer functioneren, dan kan hij altijd nog de koers bepalen door de sterren te schieten met een sextant.

De Boléro is een Swan 59 uit 1991, een race-uitvoering met een kiel die 3.40 meter steekt en 14 verschillende zeilen (waaronder een spinnaker, een gennaker en drie genua’s). Het schip is voorzien van onder meer- een SSB scheepsradio van 250 watt met Sail Mail, drie personal computers waarvan één Thoughbook (water, vuur en schokbestendig) exclusief bestemd voor de navigatieapparatuur, een 48-mijls Raytheon radar die binnen en buiten afleesbaar is, twee automatische piloten (mechanisch en hydraulisch) en een Volvo turbo van 110 pk. Special features zijn een watermaker die 80 liter zeewater per uur zoet maakt (zodat aan boord vrijwel onbeperkt gedouched kan worden), en een 9 kilowatt generator die electriciteit genereert voor, onder meer, twee koelkasten, een vriezer, een magnetron en een grill. De hutten hebben zelfs airco.

Zeilen bij Phuket.
Zeilen in de Andaman Zee bij Phuket is voorbehouden aan ervaren zeilers, gezien de lokale- sterke stromingen en ondieptes, bijvoorbeeld bij het prachtige natuurpark Phagn Nga Bay met zijn grillige rotsformaties die loodrecht uit zee steken. Er zijn meerdere marina’s op Phuket, maar de maximale diepgang is ook gezien de ruim twee meter tijverschil- te beperkt voor echt grote jachten. Ankeren is goed te doen op de zandbodems rond de eilanden; aan land gaan met een dinghy is eenvoudig, omdat de zee in de afgeschermde baaien over het algemeen heel kalm is. Opmerkelijk is verder de grote rust: behalve dagjesmensen die op de wat meer toeristische lokaties met boten van het vaste land komen, is het overal extreem rustig. Van de zeven avonden dat wij met de Boléro voor anker lagen, hadden we drie keer de baai helemaal voor ons zelf...

Om het zeilen rond Phuket te promoten, worden er veel rally’s en regatta’s gehouden: de bekendste is de King’s Cup, elk jaar in december. De laatste editie telde zo¹n 100 boten en 1000 man crew. De Boléro doet mee aan zo’n vijf regatta’s per jaar.

Route:
Dag 1: Kata beach Ao Chalong
Dag 2: Ao Chalong Ko Ratcha Yai Ko Phi Phi Don
Dag 3: Ko Phi Phi Don Ko Phi Phi Leh Ko Phi Phi Don
Dag 4: Ko Phi Phi Don Ko Lanta
Dag 5: Ko Lanta Ko Dam Hok & Ko Dam Khwan
Dag 6: Ko Dam Hok & Ko Dam Khwan Ko Yao Yai
Dag 7: Ko Yao Yai Ko Sup Phang Nga Bay Leam Prhao (Phuket)

Ik aarzel nog even en kijk om me heen. Naar de diepgroene kust van de baai, het witte strand met de ligstoelen en de eettentjes, het imposante zeiljacht waar ik op sta. Dan duik ik in het heldere blauwe water. Eén slag, twee, en de vermoeidheid van de vliegreis uit Amsterdam glijdt in één keer van me af. Als ik op het dek het zoute water van me afspoel, komt schipper Ed uit het luik met vier glazen en een fles champagne. Cadeautje van een vorige tevreden klant, grijnst hij. Uit onzichtbare speakers klinkt zachtjes Ravels Boléro, als toepasselijke welkomstmuziek. De Nederlandse vlag wappert fier op het achterdek. We proosten, en Carla, Eds vrouw, zegt: Op een mooie trip! Ik knipoog naar Sacha en denk: dat komt wel goed.

De volgende ochtend. De Boléro snijdt als een mes door het water. De windmeter fluctueert tussen de 16 en 18 meter per seconde, een dikke windkracht zeven. En terwijl Ed korte bevelen geeft - strakker die schoot...strakker...stop! - loopt de snelheid langzaam op. Acht knopen, negen... Het zeil nog iets aan, en dan roept Ed "Tien!"
Dag 1, en we vallen gelijk met onze neus in de boter. Sacha en ik kijken elkaar aan en glimlachen. Wij hebben ook een bootje, een platbodem van zeven-en-een-halve meter, maar dit is van een heel andere orde. De Boléro stuift verder, de nevel van de opspattende golven waait over het dek en in de verte doemen de contouren van het eiland Ko Ratcha Yai op. Daar even lunchen en zwemmen, zei Ed die ochtend, en dan ‘s middags naar Ko Phi Phi Don. Heb je de film On The Beach gezien, met Leonardo DiCaprio? Die is op een eilandje daar vlak bij opgenomen.

De trip zal ons een week lang leiden langs zo’n tien eilanden in de Andaman Zee, ten oosten van Phuket. We komen langs redelijk drukke dorpjes met meerdere hotels, restaurants en café’s, maar ook op compleet verlaten plekken met alleen het ruisen van de zee, het wuiven van de palmbomen en het geklots van het water tegen ons schip. De dag begint steevast met een duik in zee en een ontbijt met verse tropische vruchten. Dan zeilen we, of als de wind het laat afweten varen we een stuk op de motor en genieten we van de natuur. ‘s Middags, als we onze ankerplaats voor de dag gevonden hebben, zwemmen we weer wat, of snorkelen tussen de tropische vissen boven een strook koraal. Dan uitgebreid eten, en ‘s avonds laat een laatste afzakkertje aan dek onder een imposante sterrenhemel. Het is een routine waar je zo maar aan zou kunnen wennen...

Uitvalsbasis voor de trip is het langgerekte eiland Phuket in het zuidwesten van Thailand. Phuket heeft een internationaal vliegveld met directe verbindingen naar Europa en 16 vluchten per dag naar Bangkok. Het is de rijkste provincie van Thailand; doordat het vlakbij de Straat van Malakka ligt, komen hier al duizenden jaren Chinese handelaren, en vanaf de 16e eeuw ook Portugese en Nederlandse koopvaardijschepen. Inmiddels is de handel grotendeels vervangen door het toerisme: op het eiland liggen tientallen luxe resorts. Verder drie grote jachthavens, met nog eens zes in de planning. En dan hebben we het niet over een paar steigers met een douchehok en een supermarktje, maar over uitgebreide marina’s met chique appartementen en hotels, meerdere restaurants en verder zaken als een kapper, luxe modewinkels en zelfs een chocolaterie. Met zeilen heeft het niet zo gek veel te maken, maar het geeft aan wat het ambitieniveau hier is. In een straal van 25 zeemijl vanaf Phuket liggen honderden Bounty eilanden, en het weer is vrijwel altijd goed, zelfs in het natte seizoen. “Ach”, zegt Ed, dan regent het wel elke dag, maar na een uurtje is het weer droog.

Aan het eind van onze eerste dag ankeren we in de baai van Ko Phi Phi Don (Ko = eiland), nemen nog een duik en drinken een koud biertje op het achterdek. De wind gaat iets liggen, en het wordt aangenaam koeler. Zo¹n temperatuur die je eigenlijk niet voelt. Ed en Carla vertellen prachtige verhalen over hun wereldreis; wie ver reist kan inderdaad veel verhalen. En als de ondergaande zon iets later de hemel boven de baai tientallen tinten rood kleurt, van licht roze tot diep scharlaken, is ‘Paradise Island’ voor één keertje níet een overtrokken kreet uit een reclamefolder.

En toch... Phi Phi Don was één van de zwaarst getroffen plekken in de tsunami van tweede kerstdag 2004. Op het eiland zelf zie je daar vrijwel niets meer van. OTuurlijk, er wordt hier en daar gebouwd, maar dat gebeurt op meer plaatsen in Thailand: de economie groeit er als kool. Pas als je wéét dat er in het midden van het eiland, op de dunne landtong die de bergen links en rechts verbindt, een groot hotel stond dat compleet is weggevaagd, pas dan realiseer je je met welke kracht het water, dat hier van twee kanten tegelijk aankwam, heeft huisgehouden.

‘Ik zat ‘s ochtends een kop koffie te drinken, en ineens zag ik kleine cirkeltjes in mijn koffie. Ik keek onder tafel, of iets of iemand er tegen aan schopte, maar nee. Toen voelde ik de grond heel licht trillen. Maar verder, niets. Aan het woord is Pieter Koch, een 28-jarige Nederlander die hier was tijdens de tsunami. We komen hem tegen op het eiland. Hij vertelt over zijn ervaringen, die dag.
Toen een paar uur later mensen in paniek op me af kwamen hollen, roepend over het water dat kwam, was ik ineens alert. Ik voelde dat er iets heel erg mis was. Die dag en de weken daarna waren de meest ingrijpende in het leven van de net afgestudeerde rechtenstudent. Hij hielp mensen de bergen in te vluchten, assisteerde bij het vervoeren van slachtoffers naar de wal, en tolkte in een ziekenhuis voor getroffen toeristen. Hij keerde terug naar Nederland, maar kon niet aarden. En dus zat hij twee maanden later weer in Phi Phi Don. Ik was verbaasd hoe snel de mensen hier de draad weer oppakten. Hoe ze omgingen met het verlies van al die dierbaren, al die familieleden, al die vrienden. Er is hier een andere band met de dood, het wordt meer gezien als onderdeel van het leven. Misschien door hun spirituele instelling, ik weet het niet...

Pieter zette een cocktailclub op, compleet met een boomhut om in te loungen. In een boom die, in tegenstelling tot veel door mensen gemaakte gebouwen, de tsunami doorstond. We drinken een mojito en een pina colada, terwijl Pieter achter de draaitafel plaatsneemt en een paar platen mixt. Op het strand laat een Europees stelletje zich verloven. De naam van Pieters club is Carpe Diem.’

De instelling van de Thai is er inderdaad één van pluk-de-dag. Open, altijd vrolijk, met veel gevoel voor humor. Als we op een ochtend langs een stalletje lopen en Ed even stilstaat om iets te bekijken, vraagt de eigenares: You like? No money! zegt Ed lachend terug. No money? reageert zij, quasi-verbaasd. No money? Go work! gevolgd door een schaterlach. De Thai zijn vriendelijk en eerlijk op deze nog niet door massatoerisme beïnvloede eilanden. Bij de uitgestalde vis voor een restaurantje op Ko Lanta, vraag ik aan de jongen die er achter staat: This fish from today? en ik wijs op een prachtige Snapper met heldere ogen en glanzende schubben. Hij knikt en trekt de kieuwen open om te laten zien hoe mooi doorbloed ze zijn. This fish, today. This fish, en hij wijst op een vis met rode ogen en een doffe, wat slijmerige huid, this fish yesterday. We kiezen twee vissen van vandaag en krijgen er één gegrild met alleen wat citroengras, en de ander verpakt in aluminiumfolie met knoflook, chili en sojasaus. Koud biertje erbij, gebakken rijst, superverse calimari, roergebakken groenten: Goddelijk.

De hele week eten we trouwens erg goed: of met onze voeten in het zand in een klein restaurant op een eilandje, of aan boord. Carla maakt net zo makkelijk lauwwarme Thaise rundvleessalade als krokante huisgemaakte (of is het bootgemaakte?) pizza, net zo lief verse vis van de lokale visser als ciabatta met brie, net zo graag een omelet met verse kruiden van één van de lokale marktjes als een onvervalste tiramisu. Ed zorgt voor een frisse rode Julienas of een Sauvignon Blanc. En wij? Wij genieten.

Genieten, van het eten, van de mensen, van lokale geneugten als een Thaise massage onder een palmboom op het strand, met alleen het geluid van de vogeltjes boven ons, en de branding. Als ik een keer kreun omdat de kleine masseuse mij weer eens flink aanpakt dat zo¹n klein meisje zulke sterke handen kan hebben-, vraagt zij, You like? Ik knik. You like, zegt zij, me happy! Ik lach naar haar, naar Sacha die naast mij gemasseerd wordt en droom weer weg.

Die massage kon ik trouwens best even gebruiken, want aan boord van de Boléro kan af en toe flink gewerkt worden. Kan, het hoeft niet. Carla en Ed hebben de boot met zijn tweeën vrijwel de hele wereld over gevaren, dus de hulp is niet strict noodzakelijk, maar wie helpen wil, mag dat. Natuurlijk word ik één van de eerste dagen onderworpen aan de test hoe hoog ik het grootzeil krijg. Ik wil me niet laten kennen, zet mijn gewicht er onder, en trek. Misschien komt het omdat ik op grote platbodemclippers heb gezeild en daar leerde hoe je een grootzeil hijst met de hand, uiteraard, want die clippers hebben geen electrische lieren-, maar ik krijg het zeil bijna helemaal omhoog. Carla kijkt verbaasd toe. Zie je dat, Ed? Hij heeft hoger getild dan die Rus, die body-builder die een paar weken geleden aan boord was!
Ik zeg niks, maar ben stiekem behoorlijk trots. En als Sacha en ik ons ook nog ruim 20 meter de mast in laten hijsen (Sacha om foto’s te maken, ik om niet achter te blijven), hebben we ons wel bewezen, denk ik. Maar als Ed een dag later hoofdschuddend toekijkt hoe ik met twee linkerhanden buitengewoon onhandig een kevlar lijn opschiet en me geduldig uitlegt dat ik er een zooitje van maak, sta ik weer met beide benen op de grond. Wel leer ik nu meer in een week dan normaal in heel seizoen: over hoe je je zeilen het beste kan zetten bij welke koers voor het meeste effect, over hoe je een groot schip als deze Swan 59 subtiel langs verradelijke ondieptes stuurt zelfs bij 15 m/s wind-, over navigeren, knopen en ankeren. Ed legt het uit zoals het een schipper betaamt: recht door zee en zonder omhaal, maar geduldig en vriendelijk.

Nog even terug naar dat Leonardo DiCaprio’s The Beach eiland: het ene strandje van de filmopnames wordt nogal druk bezocht door dagjesmensen die met typisch Thaise longtail boten van de vaste wal worden vervoerd. Ed kent het gebied inmiddels zo goed, dat hij alternatieven kent waar niemand komt. Om de hoek van het strand van Hollywood-faam, ligt een baai van betoverende schoonheid waar, als wij Om bezoeken, geen mens is. In Ao Phi Le (Ao = baai) rijzen kalkstenen rotsen tientallen meters loodrecht het turquoise water uit. Loofbomen groeien op de meest onmogelijke plekjes, gierzwaluwen bouwen op meer dan honderd meter hoogte hun nest. Het enige teken van menselijk leven zijn de bamboestellages die tegen de steile rotsen aan zijn gebouwd door de zeezigeuners, een apart volk dat de zwaluwnesten probeert te pakken te krijgen om ze te verkopen voor consumptie in exclusieve Chinese restaurants. Een paar dagen na onze trip, in Bangkok, staat de vogelnestjessoep inderdaad voor 30 euro op de kaart. Een vermogen, hier. We bestellen het niet...

Na een week zeilen komen we terug in Phuket, in The Yacht Haven, de oudste jachthaven van het eiland. We vieren onze laatste avond in het open restaurant van de jachthaven waar we grappen dat Hemingway er elk moment binnen kan lopen, zo¹n sfeer hangt er- als Ed zegt dat hij wel even gaat kijken of er een beetje redelijke wijnen zijn.Iets later komt hij met een grote glimlach op zijn gezicht terug. Dit geloof je niet! zegt hij, en haalt een fles wijn achter zijn rug vandaan. Op het etiket staat: Boléro. Soms klopt gewoon álles in het leven...